Preventie bij verhoogd risico op vroeggeboorte - Evaluatie van een aantal courante interventies
Wij wensen uw aandacht te trekken op de publicatiedatum van deze klinische praktijkrichtlijn. Vanuit methodologisch standpunt wordt een richtlijn gewoonlijk na 5 jaar beschouwd als verouderd. Het is dus mogelijk dat sommige delen van dit document niet meer actueel zijn. |
KCE Reports 228A (2014)
Ongeveer 7 op 100 baby’s in België worden te vroeg geboren. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht samen met het College voor de moeder en de pasgeborene een aantal medische interventies om vroeggeboorte te voorkomen. Niet alle zwangere vrouwen met spontane, vroegtijdige weeën zullen ook effectief te vroeg bevallen. Om onnodige ongerustheid en mogelijke bijwerkingen van weeënremmers te vermijden is het dus belangrijk het risico juist te kunnen inschatten. Dit kan met behulp van een aantal veilige en betrouwbare testen. Op die manier worden onnodige hospitalisaties en behandelingen uitgesloten. Het KCE beveelt dan ook de terugbetaling van deze testen aan. Als er toch een reëel risico op vroeggeboorte is, kan het toedienen van cortisone en magnesiumsulfaat aan de moeder de longen en de hersenen van de baby beschermen. Bij vrouwen met een eerdere vroeggeboorte verminderen vaginale ovules (progesteron) vanaf het tweede trimester het risico op een prematuur kind en op complicaties bij de baby. Meer lezen...
Hoe verwijzen naar dit rapport