Alle KCE-rapporten
De KCE-rapporten zijn beschikbaar in verschillende formaten en talen. Presentatie en taal van de rapporten
- 2004 (1) 2004-filter toepassen
- 2005 (1) 2005-filter toepassen
- 2006 (1) 2006-filter toepassen
- 2007 (2) 2007-filter toepassen
- 2008 (1) 2008-filter toepassen
- 2010 (5) 2010-filter toepassen
- 2011 (1) 2011-filter toepassen
- 2012 (2) 2012-filter toepassen
- 2013 (1) 2013-filter toepassen
- 2014 (4) 2014-filter toepassen
- 2015 (3) 2015-filter toepassen
- 2016 (3) 2016-filter toepassen
- 2019 (3) 2019-filter toepassen
- Evaluatie van medische technologieën (7) Evaluatie van medische technologieën-filter toepassen
- Klinische praktijkrichtlijnen (15) Klinische praktijkrichtlijnen-filter toepassen
- Methodologie en databanken (1) Methodologie en databanken-filter toepassen
- Organisatie en financiering van de gezondheidszorg (HSR) (3) Organisatie en financiering van de gezondheidszorg (HSR)-filter toepassen
- Biologische en genetische diagnostische testen (5) Biologische en genetische diagnostische testen-filter toepassen
- (-) Remove Gynecologie, zwangerschap en bevalling filter Gynecologie, zwangerschap en bevalling (28)
- Kanker (13) Kanker-filter toepassen
- Medische beeldvorming (1) Medische beeldvorming-filter toepassen
- Organisatie van de zorg (3) Organisatie van de zorg-filter toepassen
- Pediatrie (3) Pediatrie-filter toepassen
- Preventie, screening en vaccinatie (8) Preventie, screening en vaccinatie-filter toepassen
-
Wetenschappelijke ondersteuning van het College voor Oncologie: een nationale praktijkrichtlijn voor de aanpak van borstkanker
KCE Reports 63A (2007) Dit rapport is niet meer actueel en is niet meer beschikbaar op onze website. Het wordt vervangen door rapport 143.
-
Welke onderzoeken zijn aanbevolen bij een zwangerschap?
KCE Reports 248A (2015) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) maakte een update van zijn klinische richtlijn uit 2004 over de opvolging van zwangere vrouwen met een laag risico (bij wie men dus verwacht dat de zwangerschap normaal zal verlopen). In deze nieuwe richtlijn worden onderzoeken afgeraden die niet duidelijk grotere voor- dan nadelen bieden voor moeder en kind. Daarmee sluit het KCE zich aan bij de WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) die pleit voor een demedicalisering van de zwangerschap, die tenslotte helemaal geen ziekte is. Meer Lezen...
-
Richtlijn voor goede klinische praktijk bij laag risico bevallingen
KCE Reports 139A (2010) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft samen met een werkgroep van gynaecologen en vroedvrouwen aanbevelingen uitgewerkt voor de ‘normale’ bevallingen met een laag risico. Het is belangrijk dat zwangere vrouwen en hun partner goed geïnformeerd worden over alle stadia van de bevalling, zodat zij bewuste keuzes kunnen maken die zoveel mogelijk gerespecteerd moeten worden. Het kunstmatig breken van de vliezen en het geven van een knip gebeurt best niet routinematig.
-
Preventie bij verhoogd risico op vroeggeboorte - Evaluatie van een aantal courante interventies
KCE Reports 228A (2014) Ongeveer 7 op 100 baby’s in België worden te vroeg geboren. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht samen met het College voor de moeder en de pasgeborene een aantal medische interventies om vroeggeboorte te voorkomen. Niet alle zwangere vrouwen met spontane, vroegtijdige weeën zullen ook effectief te vroeg bevallen. Om onnodige ongerustheid en mogelijke bijwerkingen van weeënremmers te vermijden is het dus belangrijk het risico juist te kunnen inschatten. Dit kan met behulp van een aantal veilige en betrouwbare testen.
-
Opsporing van borstkanker tussen 70 en 74 jaar
KCE Reports 176A (2012) Vandaag worden de Belgische vrouwen van 50 tot 69 jaar uitgenodigd om zich gratis te laten screenen op borstkanker. Door de stijgende levensverwachting stelt zich nu de vraag of dit georganiseerde screeningsprogramma moet worden uitgebreid naar vrouwen van 70 tot 74 jaar. Vandaag zijn er 4 landen binnen de EU die dit voorzien: Frankrijk, Nederland, Spanje en Zweden. In zijn 4erapport over borstkankerscreening stelt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) vast dat dergelijke screening niet noodzakelijk steeds meer voordelen dan nadelen zou opleveren.
-
Opsporing van borstkanker tussen 40 en 49 jaar
KCE Reports 129A (2010) Op vraag van het RIZIV ging het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) na of het zinvol is om gezonde vrouwen tussen 40 en 49 jaar, zonder symptomen of zonder verhoogd risico in de familie, te screenen op borstkanker. Dergelijke screening zou betekenen dat bijna 800.000 vrouwen jaarlijks zouden worden uitgenodigd voor een mammografie. Het KCE stelde vast dat bij de screening van deze leeftijdsgroep de mogelijke nadelen wel eens groter zouden kunnen zijn dan de voordelen. Het risico om van borstkanker te sterven is al vrij klein in deze groep.
-
Normale bevalling: wetenschappelijke adviezen in verstaanbare taal op te nemen in documentatie voor zwangere vrouwen
KCE CLEAR 1A (2010)
-
Nationale richtlijn prenatale zorg. Een basis voor een klinisch pad voor de opvolging van zwangerschappen.
KCE Reports 6A (2004) Dit rapport kreeg een update. Dit is niet langer beschikbaar om te downloaden, maar kan op verzoek worden verkregen. U kan de meest recente versie hier raadplegen: KCE Reports 248A : Welke onderzoeken zijn aanbevolen bij een zwangerschap?
-
Naar een geïntegreerd prenataal zorgpad voor laag risico zwangerschappen
KCE Reports 326A (2019) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelt voor om zwangerschappen op te volgen met behulp van een ‘prenataal zorgpad’ voor elke zwangere vrouw, dat is aangepast aan haar specifieke behoeften. Een aantal toekomstige ouders blijkt namelijk niet altijd gemakkelijk zijn weg te vinden binnen het bestaande zorgaanbod. Hierdoor vallen er zwangere vrouwen uit de boot. Andere vrouwen worden dan weer te vaak opgevolgd.
-
Multicriteria beslissingsanalyse bij de selectie van prioritaire aandoeningen binnen de neonatale bloedscreening
KCE Reports 267A (2016) In ons land worden baby’s enkele dagen na hun geboorte systematisch gescreend op een aantal zeldzame erfelijke aandoeningen. Het zijn de Gemeenschappen die de lijst opstellen met de op te sporen aandoeningen. In de Franse Gemeenschap staan er 13 aandoeningen op deze lijst, in de Vlaamse Gemeenschap 11.
-
Kwaliteitsindicatoren in oncologie: borstkanker
KCE Reports 150A (2010) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ontwikkelde een lijst van indicatoren om de zorgkwaliteit van borst- en teelbalkanker te meten. Hoewel er nog nood is aan meer diepgaande analyses, kan toch al worden vastgesteld dat de zorgkwaliteit bij deze kankers verbetert. Zo is de overleving op 5 jaar licht gestegen. Toch is er nog ruimte voor verbetering op gebied van diagnose, behandeling en opvolging. De zorg is ook nog teveel versnipperd. Het KCE pleit voor centralisatie in ziekenhuizen met voldoende ervaring met de behandeling van de aandoening.
-
Is Neonatale Screening op Mucoviscidose aangewezen in België?
KCE Reports 132A (2010) In opdracht van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht een team van kinderartsen, experts in neonatale screening, medisch recht en ethiek de voor- en nadelen van het systematisch testen van alle pasgeborenen op mucoviscidose. Het KCE beveelt deze screening enkel aan indien aan welbepaalde voorwaarden wordt voldaan: de toestemming van de vooraf geïnformeerde ouders, de kwaliteitsbewaking van de screeningtesten, het selectief uitvoeren van genetische testen en garanties op kwaliteitsvolle opvolging achteraf.
-
Intensieve maternele verzorging (Maternal Intensive Care) in België
KCE Reports 94A (2008) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht samen met een universitaire onderzoeksgroep (UGent, UZLeuven, KU Leuven, ULB en ULg) en het Intermutualistisch agentschap het adequaat gebruik van publieke middelen door de MIC (Maternal Intensive Care) centra. Slechts 40 % van de zwangere risicopatiënten wordt effectief opgenomen in een MIC-centrum en de MIC-bedden zijn vaak onderbenut. Een belangrijke oorzaak is de onduidelijke opname –en doorverwijspolitiek.
-
HPV Vaccinatie ter Preventie van Baarmoederhalskanker in België: Health Technology Assessment
KCE Reports 64A (2007) Baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door een virus, het Humaan Papilloma Virus (HPV). Daartegen zijn nu twee vaccins beschikbaar. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht de werkzaamheid van deze vaccins, de kosteneffectiviteit en de impact op het budget van de ziekteverzekering. Het KCE stelde vast dat de vaccins tegen een deel van de HPV virussen beschermen en dus naar schatting tot de helft van de baarmoederhalskankers kunnen helpen voorkomen.
-
Geplande keizersnede: wat zijn de gevolgen voor de gezondheid van moeder en kind?
KCE Reports 275A (2016) De laatste dertig jaar is het aantal keizersneden overal ter wereld toegenomen. In België is de ingreep goed voor ongeveer 21% van het totale aantal geboorten, maar onder de ziekenhuizen bestaan er belangrijke verschillen (van ongeveer 12 tot 33 % van de bevallingen die zij uitvoeren). Wanneer er bij moeder of kind een medisch probleem is, kan een keizersnede ongetwijfeld (zeer) ernstige gevolgen voorkomen. Maar wat als als de ingreep om niet-medische redenen wordt uitgevoerd, wat steeds meer het geval is ? Wegen de voordelen dan nog op tegen de nadelen?
-
Eierstokkanker: diagnose, behandeling en follow-up
KCE Reports 268A (2016) Eierstokkanker wordt jaarlijks bij bijna 900 vrouwen in België vastgesteld. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ontwikkelde samen met een groep van clinici en het College voor Oncologie een klinische richtlijn voor de diagnose, behandeling en follow-up van eierstokkanker op basis van de meest recente wetenschappelijke bevindingen. In een volgende fase zullen kwaliteitsindicatoren voor alle aspecten van de behandeling worden ontwikkeld, en zullen de zorgverleners feedback ontvangen over hun resultaten.
-
Een nationale praktijkrichtlijn voor de aanpak van cervixkanker
KCE Reports 168A (2011) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ontwikkelde samen met het College voor Oncologie een nieuwe kankerrichtlijn, deze keer voor de diagnose, behandeling en opvolging van baarmoederhalskanker. Deze richtlijn is gebaseerd op een systematisch nazicht van de wetenschappelijke literatuur en hierdoor een Belgische primeur. De richtlijn heeft ook aandacht voor de kinderwens en het seksueel functioneren van de getroffen vrouwen. In 2008 werd er nog bij meer dan 600 vrouwen cervixkanker vastgesteld, en bijna 200 vrouwen overleden eraan.
-
De organisatie van materniteiten in België
KCE Reports 323A (2019) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) berekende dat een materniteit jaarlijks minstens 557 bevallingen moet uitvoeren, om de kostprijs per bevalling te kunnen verlagen tot die van de efficiëntere materniteiten, en zonder dat daarbij de goede zorg in het gedrang komt. Verder moet elke vrouw (tussen 15 en 49 jaar) in ons land binnen een veilige tijdslimiet een materniteit met de wagen kunnen bereiken. Op basis van die criteria, dus een gegarandeerde efficiëntie, kwaliteit en toegankelijkheid, zouden 17 kleine materniteiten kunnen worden gesloten.
-
De organisatie van de zorg na een bevalling
KCE Reports 232A (2014) In het budgetvoorstel voor de gezondheidszorg van de regering vindt men een maatregel om het verblijf in de kraamkliniek na de bevalling in te korten. Dit voorstel volgt daarmee een internationale trend, waarbij vrouwen met hun pasgeboren baby steeds vroeger de kraamafdeling verlaten. Volgens het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) is dit in België, waar de duur van de kraamverblijven nog steeds hoger ligt dan in de meeste andere westerse landen, ook mogelijk, maar daarvoor is wel een grondige reorganisatie van de postnatale zorg noodzakelijk.
-
De niet-invasieve prenatale test (NIPT) voor trisomie 21 – Gezondheidseconomische aspecten
KCE Reports 222A (2014) Alle zwangere vrouwen in ons land die dit wensen kunnen vandaag het risico op het syndroom van Down (trisomie 21 - T21) laten vaststellen door een biochemische bloedtest en een echografie. Bij een verhoogd risico wordt vervolgens de diagnose bevestigd of weerlegd door een invasieve test (vlokkentest of vruchtwaterpunctie). Bij deze aanpak worden echter nog heel wat foetussen met T21 gemist, en bij de invasieve testen is er ook een risico van 1% op het onvrijwillig afbreken van de zwangerschap.