Alle KCE-rapporten
De KCE-rapporten zijn beschikbaar in verschillende formaten en talen. Presentatie en taal van de rapporten
- 2005 (4) 2005-filter toepassen
- 2007 (3) 2007-filter toepassen
- 2008 (2) 2008-filter toepassen
- 2009 (1) 2009-filter toepassen
- 2010 (5) 2010-filter toepassen
- 2011 (2) 2011-filter toepassen
- 2012 (2) 2012-filter toepassen
- 2013 (2) 2013-filter toepassen
- 2014 (1) 2014-filter toepassen
- 2015 (2) 2015-filter toepassen
- 2016 (1) 2016-filter toepassen
- 2017 (2) 2017-filter toepassen
- 2019 (2) 2019-filter toepassen
- Biologische en genetische diagnostische testen (1) Biologische en genetische diagnostische testen-filter toepassen
- Geneesmiddelen (2) Geneesmiddelen-filter toepassen
- (-) Remove Hart- en vaatziekten filter Hart- en vaatziekten (29)
- Hematologie en transfusie (2) Hematologie en transfusie-filter toepassen
- Medische beeldvorming (1) Medische beeldvorming-filter toepassen
- Organisatie van de zorg (4) Organisatie van de zorg-filter toepassen
- Preventie, screening en vaccinatie (3) Preventie, screening en vaccinatie-filter toepassen
-
64-Slice computertomografie van de kransslagaders bij patiënten met vermoeden van coronaire hartziekte
KCE Reports 82A (2008) Om een kransslagadervernauwing vast te stellen gebruikt men in de Belgische ziekenhuizen steeds meer de multislice CT-scanners (MSCT). Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) vergeleek ze met de klassieke onderzoekstechnieken van het hart. Het is niet aangetoond dat MSCT bijdraagt tot het voorkomen van hartaanvallen of het redden van levens. MSCT is vooral geschikt om normale kransslagaders in beeld te brengen, dus om mensen gerust te stellen. Voor het overige is het niet duidelijk dat de techniek nauwkeurig genoeg is om de andere testen te vervangen.
-
Algemeen kader voor een multidisciplinair kwaliteitshandboek voor cardiale netwerken
KCE Reports 213A (2013)
-
Antistolling en voorkamerfibrillatie
KCE Reports 279A (2016) Antistollingsmiddelen (of anticoagulantia) zijn geneesmiddelen die o.a. worden voorgeschreven aan mensen met voorkamerfibrillatie, een hartritmestoornis, om het risico op een beroerte te verminderen. Sinds een aantal jaren zijn de "nieuwe orale anticoagulantia" of NOACs op de markt. Hun gebruik is handiger dan dat van de klassieke geneesmiddelen, omdat er geen maandelijkse controles van het bloed meer nodig zijn. De andere kant van de medaille is dat hun prijs ook veel hoger is: een jaarlijkse bijkomende kost van bijna 100 miljoen €.
-
Bewaking op afstand van patiënten met geïmplanteerde defibrillatoren. Evaluatie van de technologie en breder regelgevend kader
KCE Reports 136A (2010) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) wierp een kritische blik op een nieuwe techniek: de medische zorgverlening op afstand. Als voorbeeld nam het de bewaking op afstand van patiënten met een ingeplante hartdefibrillator. De meerwaarde en de veiligheid zijn vandaag nog niet echt aangetoond, waardoor het KCE terugbetaling nog niet aanbeveelt. Dit kan mogelijk herzien worden als de momenteel lopende studies overtuigender bewijs leveren.
-
Cardiale Resynchronisatie Therapie. Een Health Technology Assessment
KCE Reports 145A (2010) Voor patiënten met hartfalen bestaat er sinds een tiental jaren cardiale resynchronisatie therapie (CRT), een speciale behandeling met een soort pacemaker die de pompfunctie van het hart bevordert. Jaarlijks wordt er in ons land bij ongeveer 530 mensen voor het eerst een CRT-apparaat ingeplant. Dit aantal zal in de toekomst toenemen.
-
Cardiale revalidatie: klinische doeltreffendheid en gebruik in België
KCE Reports 140A (2010) Hartrevalidatie met lichamelijke oefeningen heeft een gunstig effect op de levenskwaliteit van hartpatiënten en vermindert het aantal hospitalisaties en overlijdens. Dit is een belangrijke conclusie van een studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en Deloitte®. Toch volgt minder dan een op 2 hartpatiënten revalidatie na hospitalisatie. Vooral ouderen en vrouwen dreigen uit de boot te vallen.
-
Cholesterol verlagen met geneesmiddelen? De voor- en nadelen: een hulpmiddel voor huisartsen bij de besluitvorming
KCE Reports 324A (2019) Een kwart van de Belgische 40-plussers neemt statines om het cholesterolgehalte te verlagen. Na een hart- of vaatprobleem (hartaanval, beroerte) bieden statines een duidelijk voordeel. Dit voordeel is echter minder groot bij mensen die dit probleem nog nooit hadden. Bovendien kunnen de geneesmiddelen voor aanzienlijke bijwerkingen zorgen. Daarom moeten hun voor- en nadelen goed tegen elkaar worden afgewogen, vooraleer ze voor te schrijven.
-
De electieve endovasculaire behandeling van het abdominale aorta aneurysma (AAA)
KCE Reports 23A (2005) Dure, nieuwe technologie is erg aantrekkelijk. Door de harde competitie tussen industrieën en door de toenemende kosten van ontwikkeling wordt dergelijke nieuwe technologie vaak te snel op de markt gegooid. Een uitstekend voorbeeld hoe het niet moet, is invoering van de endovasculaire behandeling van een verwijding van de buikslagader in België. Na invoering werd er ongecontroleerd geëxperimenteerd met deze dure en veeleisende technologie bij veel patiënten in te veel ziekenhuizen.
-
De Implanteerbare Defibrillator: een Health Technology Assessment
KCE Reports 58A (2007) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) deed in samenwerking met het RIZIV en het Intermutualistisch Agentschap (IMA) een onderzoek naar de meerwaarde, de kosteneffectiviteit en de te verwachten budgetimpact van een verdere uitbreiding van de indicaties voor de inwendige hartdefibrillator. Het toestel wordt vaak ingeplant bij mensen die het achteraf niet nodig blijken te hebben. Het KCE berekende dat deze hartdefibrillator op langere termijn meer dan 150 miljoen euro per jaar zal kosten, bijna 1 % van het totale budget van de ziekteverzekering.
-
De rol van statines bij de primaire preventie van hart- en vaatincidenten
KCE Reports 306A (2019) Een gezonde levensstijl blijft de meest effectieve manier om hart- en vaatziekten, en de gevolgen ervan, te voorkomen. Toch steeg sinds 2002 het jaarlijkse aantal gebruikers van statines (cholesterolverlagende geneesmiddelen) van 400.000 tot 1.500.000. Vandaag neemt 25% van de 40-plussers statines. Omdat ze nu allemaal in generieke vorm bestaan, heeft dit gezorgd voor een prijsdaling, maar toch bedraagt hun jaarlijkse totale kostprijs nog steeds 160 miljoen euro.
-
Diagnose en behandeling van spataders in de benen
KCE Reports 164A (2011) Spataders in de benen kunnen worden verwijderd door een klassieke operatie, de zogenaamde ‘stripping’. Er bestaan vandaag ook nieuwere, mindere invasieve methoden. De ader wordt daarbij via een katheter met laser of radiofrequentie van binnenuit dichtgeschroeid, of verschrompelt na de inspuiting van een vloeistof of schuim (sclerotherapie). Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek de doeltreffendheid en de veiligheid van deze technieken.
-
Drug Eluting Stents in België: Health Technology Assessment
KCE Reports 66A (2007) Voor de behandeling van vernauwingen van de kransslagaders zijn er sinds enkele jaren buiten de klassieke metalen stents ook speciale stents beschikbaar die een geneesmiddel bevatten. Het geneesmiddel zou moeten verhinderen dat er terug een vernauwing optreedt. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en de Universiteit Antwerpen bekeken de werkzaamheid en de kosteneffectiviteit van deze nieuwe stents. Het blijkt dat ze het risico op overlijden of op een hartinfarct niet verlagen.
-
Endovasculaire behandeling van Carotisstenose.
KCE Reports 13A (2005) In zowat alle landen staan budgetten voor gezondheidszorg onder zware druk. De hoofdreden is de toevloed van dure technologie. Daarom stelden vele landen onderzoeksbureaus in om de objectieve waarde van deze technologieën te bepalen. In één van haar jongste rapporten beschrijft het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) de waarde van het plaatsen van een stent in de halsslagader.
-
Gebruik van point-of care systemen bij patiënten met orale anticoagulatie: een Health Technology Assesment
KCE Reports 117A (2009) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht het nut van een draagbaar apparaat om de stollingswaarde van het bloed te meten. Bij de patiënten die zelf het apparaat gebruiken wordt een vermindering van het aantal bloedvatincidenten vastgesteld. Bij degenen die daarbij ook hun medicatiedosis kunnen aanpassen daalt ook het sterftecijfer. Bij dit gebruik van de meter verminderen de kosten voor patiënt (als het RIZIV terugbetaalt) en gemeenschap, maar het aantal patiënten dat het apparaat zelf kan gebruiken is waarschijnlijk beperkt.
-
Het gebruik van automatische externe defibrillatoren door toevallige omstaanders
KCE Reports 294A (2017) In België krijgen jaarlijks ongeveer 9.000 mensen te maken met een plotse hartstilstand, waarvan 17 tot 30% op een openbare plaats. De afgelopen jaren worden er op publiek toegankelijke plaatsen steeds meer externe automatische defibrillatoren (AED’s-Automatic External Defibrillators) geïnstalleerd. Ze bevinden zich in een groen kastje aan de muur (zie foto) , en toevallige omstaanders kunnen ermee aan het slachtoffer een elektrische schok toedienen, liefst zo snel mogelijk.
-
Het gebruik van natriuretische peptides in de diagnostische aanpak van patiënten met vermoeden van hartfalen
KCE Reports 24A (2005) Bloedonderzoek wordt al te vaak aangezien als het wondermiddel waarmee een arts ieder gezondheidsprobleem van een patiënt kan ontdekken. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft een rapport gepubliceerd over een nieuwe bloedtest: NP (natriuretisch peptide). Deze laat artsen toe om bij patiënten met kortademigheid uit te sluiten of deze het gevolg is van een probleem van het hart. Voor wijdverspreid gebruik bij mensen zonder klachten (‘screening’) is de test niet geschikt.
-
Het nut van atheromathose-merkers bij het bepalen van het cardiovasculair risico
KCE Reports 244A (2015) Artsen kunnen ons cardiovasculair risico bepalen met behulp van de SCORE-tabel. Daarmee kunnen ze op basis van ons tabaksgebruik, ons cholesterolgehalte en onze bloeddruk inschatten hoe hoog het risico is dat we binnen de 10 jaar overlijden aan een cardiovasculair incident. Het hulpmiddel is echter niet perfect. Daarom probeert men met bijkomende testen die atheromatose (in de volksmond aderverkalking genoemd) opsporen, de tabel nauwkeuriger te maken. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht de werkzaamheid van 6 van deze testen.
-
Katheter-ablatie van voorkamerfibrillatie
KCE Reports 184A (2012) Voorkamerfibrillatie (VKF) is een hartritmestoornis die soms hinderlijke hartkloppingen en vermoeidheid veroorzaakt. Geneesmiddelen kunnen deze klachten onder controle houden, maar werken niet bij alle patiënten. Katheter-ablatie zou voor hen een oplossing kunnen bieden. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek deze ingreep van naderbij. Het aantal katheter-ablaties voor VKF is de laatste jaren verdubbeld in België. Het is nochtans een complexe ingreep die niet risicoloos is, en de helft van de patiënten blijkt na 2 jaar te hervallen.
-
Moeten jonge sporters een hartscreening ondergaan ?
KCE Reports 241A (2015) Kan plotse dood door hartstilstand bij jonge sporters (14-34 jaar) worden voorkomen door preventief bij iedereen een hartonderzoek uit te voeren? Een nieuwe studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) zette het beschikbare wetenschappelijk bewijsmateriaal op een rijtje. Het slechte nieuws is dat er vandaag geen betrouwbare wetenschappelijke gegevens bestaan die aantonen dat door hartscreening bij asymptomatische jonge sporters het risico op vroegtijdige overlijdens kan worden voorkomen.
-
Nieuwe biochemische merkers van het risico op een eerste cardiovasculair incident
KCE Reports 201A (2013) Biomerkers zijn stoffen in het lichaam die kunnen wijzen op een bepaalde aandoening, zoals glucose bij diabetes. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht of het meten van sommige ‘klassieke’ en nieuwe biomerkers kan helpen bij het voorspellen van hart- en vaatziekten, maar vond hiervoor onvoldoende bewijs. Beter is om het klassieke risicomodel, dat gebaseerd is op risicofactoren zoals leeftijd, geslacht, roken, bloeddruk en cholesterolgehalte in het bloed verder te ontwikkelen.