Alle KCE-rapporten
De KCE-rapporten zijn beschikbaar in verschillende formaten en talen. Presentatie en taal van de rapporten
- 2005 (1) 2005-filter toepassen
- 2006 (1) 2006-filter toepassen
- 2007 (2) 2007-filter toepassen
- 2008 (2) 2008-filter toepassen
- 2009 (1) 2009-filter toepassen
- 2010 (4) 2010-filter toepassen
- 2011 (3) 2011-filter toepassen
- 2012 (5) 2012-filter toepassen
- 2013 (6) 2013-filter toepassen
- 2014 (6) 2014-filter toepassen
- 2015 (6) 2015-filter toepassen
- 2016 (2) 2016-filter toepassen
- 2017 (1) 2017-filter toepassen
- (-) Remove Klinische praktijkrichtlijnen filter Klinische praktijkrichtlijnen (40)
- Methodologie en databanken (2) Methodologie en databanken-filter toepassen
- Biologische en genetische diagnostische testen (4) Biologische en genetische diagnostische testen-filter toepassen
- Endocrinologie, diabetes en leverziekten (1) Endocrinologie, diabetes en leverziekten-filter toepassen
- Geneesmiddelen (3) Geneesmiddelen-filter toepassen
- Gynecologie, zwangerschap en bevalling (10) Gynecologie, zwangerschap en bevalling-filter toepassen
- Hersenen en neurologische aandoeningen (1) Hersenen en neurologische aandoeningen-filter toepassen
- (-) Remove Kanker filter Kanker (40)
- Medische beeldvorming (1) Medische beeldvorming-filter toepassen
- Neus-, keel- en oorziekten (2) Neus-, keel- en oorziekten-filter toepassen
- Pneumologie (1) Pneumologie-filter toepassen
- Preventie, screening en vaccinatie (9) Preventie, screening en vaccinatie-filter toepassen
- Spijsverteringsstelsel (9) Spijsverteringsstelsel-filter toepassen
- Stomatologie en tandheelkunde (1) Stomatologie en tandheelkunde-filter toepassen
- Urologie en nierziekten (6) Urologie en nierziekten-filter toepassen
-
Aanpak van rectumkanker: een selectieve update
KCE Reports 260A (2016) Kanker aan de dikke darm is bij mannen, na long-en prostaatkanker, en bij vrouwen na borstkanker, de meest voorkomende kanker. 30% van deze dikkedarmkankers komt voor aan het rectum, het laatste deel van de dikke darm. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ontwikkelde in 2007 een richtlijn voor de behandeling ervan. Vandaag publiceert het een selectieve update op basis van het belangrijkste recente wetenschappelijk bewijs. Dit alles gebeurde in samenwerking met een grote groep klinici en patiëntenvertegenwoordigers.
-
Kanker van de orofarynx, hypofarynx en larynx: diagnose, behandeling en opvolging
KCE Reports 256A (2015) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ontwikkelde samen met het College voor Oncologie een klinische richtlijn over de behandeling van keel- en strottenhoofdkanker (farynx en larynx). Dit soort kankers wordt jaarlijks bij 850 tot 900 personen vastgesteld. Omdat ze zeldzaam en complex zijn, moeten ze worden behandeld door een multidisciplinair team van ervaren zorgverleners in een gespecialiseerd ziekenhuis. Goede zorg is immers veel meer dan het behandelen van de kanker alleen: ook aan de levenskwaliteit “na” de kanker moet worden gedacht.
-
Eierstokkanker: diagnose, behandeling en follow-up
KCE Reports 268A (2016) Eierstokkanker wordt jaarlijks bij bijna 900 vrouwen in België vastgesteld. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ontwikkelde samen met een groep van clinici en het College voor Oncologie een klinische richtlijn voor de diagnose, behandeling en follow-up van eierstokkanker op basis van de meest recente wetenschappelijke bevindingen. In een volgende fase zullen kwaliteitsindicatoren voor alle aspecten van de behandeling worden ontwikkeld, en zullen de zorgverleners feedback ontvangen over hun resultaten.
-
Klinische richtlijn urineblaaskanker
KCE Reports 247A (2015) Op vraag van en in samenwerking met het College voor Oncologie besliste het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) een klinische praktijkrichtlijn te ontwikkelen voor de diagnose, behandeling en opvolging van blaaskanker (kanker van de urineblaas).
-
Oncogenetische testen, diagnostiek en opvolging bij het syndroom van Birt-Hogg-Dubé, het FAMMM-syndroom en neurofibromatose type 1 en 2
KCE Reports 243A (2015) Dit rapport is onderdeel van een reeks van 4 rapporten over het genetisch testen op een erfelijke aanleg voor bepaalde kankers. De huidige studie heeft betrekking op een aantal zeldzame familiale aandoeningen die huidproblemen en kanker veroorzaken: het syndroom van Birt-Hogg-Dubé, het FAMMM syndroom en neurofibromatose. Door de zeldzaamheid van deze aandoeningen is het voor de artsen die het bestaan ervan vermoeden, niet altijd duidelijk welke aanpak de beste is.
-
Oncogenetische testen voor personen met erfelijke endocriene kankersyndromen
KCE Reports 242A (2015) Het huidige rapport is onderdeel van een reeks van 4 rapporten over genetische testen op erfelijke aanleg voor kanker, en gaat over endocriene kankers (Multiple Endocrine Neoplasia - MEN, von Hippel-Lindau syndroom, paragangliomen en feochromocytomen). Door de zeldzaamheid van de aandoeningen is het voor de artsen die het bestaan van zulke aandoening vermoeden, niet altijd duidelijk welke aanpak de beste is.
-
Oncogenetische testen en follow-up van vrouwen met erfelijke borst- of ovariumkanker, Li-Fraumeni-syndroom en Cowden-syndroom
KCE Reports 236A (2015) Dat er een nauw verband is tussen genetica en kanker wordt dagelijks opnieuw door de wetenschap bevestigd. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) publiceerde een studie over testen waarmee een familiale aanleg tot het ontwikkelen van borstkanker kan worden opgespoord. In die studie worden klinische richtlijnen geformuleerd bestemd voor de centra voor genetica. Zij begeleiden en testen steeds meer vrouwen, die bezorgd zijn dat ze een genetisch risico lopen of overdragen. Meer Lezen...
-
Kanker van de mondholte: diagnose, behandeling en follow-up
KCE Reports 227A (2014) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ontwikkelde samen met het College voor Oncologie een klinische richtlijn over de behandeling van kankers van de mondholte. Mondholtekankers (kankers aan bvb lip, tong en mondbodem) worden jaarlijks bij ongeveer 750 nieuwe patiënten vastgesteld. Omdat het zeldzame en complexe kankers zijn moeten ze worden behandeld door een multidisciplinair team van ervaren zorgverleners in een gespecialiseerd ziekenhuis.
-
Nationale praktijkrichtlijn voor de behandeling van gelokaliseerde prostaatkanker – deel 2
KCE Reports 226A (2014) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en het College voor Oncologie brachten de recentste wetenschappelijke bevindingen samen over de behandeling van een niet uitgezaaide prostaatkanker. Uit een vorig rapport bleek dat er voor de minst agressieve vormen van kanker niet steeds meteen iets gedaan moet worden en dat men een afwachtende houding kan aannemen. Bij meer ernstige vormen is het verwijderen van de prostaat (prostatectomie) en radiotherapie aangewezen.
-
Een beslishulp bij de vraag naar prostaatkankeropsporing met de PSA test
KCE Reports 224A (2014) Moet ik mij laten testen op prostaatkanker? Het is een vraag die vele mannen vanaf de leeftijd van 55 jaar zich stellen, zelfs zonder specifieke klachten. Daarom ontwikkelden LUCAS KU Leuven in opdracht van de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK), en het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) elk een hulpmiddel om hen goed geïnformeerd een beslissing te helpen nemen. Het ene (LUCAS & VLK) is bedoeld voor de patiënt zelf, het andere (KCE) om door de arts gebruikt te worden tijdens de consultatie.
-
Oncogenetische testen voor Lynch syndroom en familiale adenomateuze polypose
KCE Reports 220A (2014) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE)ontwikkelde samen met het College voor Genetica en het College voor Oncologie praktijkrichtlijnen voor oncogenetische testen bij colorectale kanker. De richtlijnen beschrijven de selectie van patiënten met een verhoogd risico op een erfelijke vorm van colorectale kanker, met name Lynch syndroom en Familiale adenomateuze polyposis (FAP).
-
Dikkedarmkanker: diagnose, behandeling en follow-up
KCE Reports 218A (2014) In de top drie van meest voorkomende kankers staat dikkedarmkanker op de derde plaats bij mannen en op de tweede plaats bij vrouwen. Dankzij een multidisciplinaire aanpak is de prognose vandaag duidelijk verbeterd: na 5 jaar is 60 tot 70 % van de patiënten nog in leven. Belangrijk bij deze aanpak zijn de zorg voor, tijdens en na de operatie en een behandeling op maat (‘personalised care’).
-
Borstkankeropsporing: boodschappen ter ondersteuning van een geïnformeerde keuze
KCE Reports 216A (2014) Zal ik een screeningsonderzoek van de borsten laten doen of niet? Verbetert dit mijn kansen op overleving? Zijn er ook nadelen aan de screening? Wat gebeurt er als er een afwijking wordt ontdekt? Deze en vele andere vragen kunnen vrouwen zich stellen als hen een borstkankeronderzoek wordt aangeboden. Om bewust te kunnen kiezen voor een screening (of niet) moet een vrouw vooraf duidelijk en volledig geïnformeerd worden over de voor- en nadelen en de gevolgen van (niet-) screening.
-
Ondersteunende therapie bij kanker - Deel 3: Behandeling van pijn: meest voorkomende praktijken
KCE Reports 211A (2013) Meer dan de helft van de kankerpatiënten lijdt pijn, maar deze wordt vaak onvoldoende behandeld. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht 9 soorten pijnbehandeling, gaande van paracetamol, via opiumderivaten, tot nog zwaardere behandelingen zoals bestraling. Het pleit voor een trapsgewijze benadering met regelmatige opvolging, waarbij de patiënt volledig geïnformeerd en actief betrokken wordt.
-
Het beslissingsproces bij de keuze voor actieve opvolging van een gelokaliseerde prostaatkanker
KCE Reports 210A (2013) Bij een lokale prostaatkanker kan er overwogen worden om eerst aan actieve opvolging te doen (‘Active Surveillance’ of AS).De tumor wordt dan regelmatig opgevolgd, en zodra hij evolueert wordt er een klassieke behandeling opgestart. De beslissing om een kanker niet onmiddellijk weg te halen is niet vanzelfsprekend. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ging na op welke manier artsen en patiënten kijken naar AS, welke factoren de patiënt beïnvloeden bij het aanvaarden van deze vorm van behandeling en wat artsen bereid maakt om ze aan te bieden.
-
Kleincellige en Niet-Kleincellige Longkanker: Diagnose, Behandeling en Opvolging
KCE Reports 206A (2013) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en het College voor Oncologie ontwikkelden samen praktijkrichtlijnen voor de diagnose, behandeling en opvolging van de twee meest voorkomende types van longkanker: het kleincellige en het niet-kleincellige longcarcinoom. De diagnose en behandeling van longkanker vraagt een multidisciplinaire aanpak, en de specifieke longkankerchirurgie gebeurt best in centra met voldoende ervaring.
-
Borstkanker bij vrouwen: diagnose, behandeling en follow-up
KCE Reports 143A (2013) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft, samen met het College voor Oncologie, zijn richtlijn voor de behandeling van borstkanker aan de laatste wetenschappelijke bevindingen aangepast. Bij minimale uitzaaiingen biedt een okselklieruitruiming meestal meer na- dan voordelen.
-
Kwaliteitsindicatoren voor de aanpak van slokdarm- en maagkanker
KCE Reports 200A (2013) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) peilde samen met de Stichting Kankerregister naar de kwaliteit van de zorg bij slokdarm- en maagkanker. Het blijven moeilijk te behandelen kankers, met een kans om 5 jaar na de diagnose nog in leven te zijn van 21% voor slokdarmkanker en 30% voor maagkanker. Met deze cijfers doet België het wel beter dan de meeste Europese landen. De overlevingskansen liggen duidelijk hoger als de patiënt behandeld wordt in een ‘ervaren’ of hoog-volume ziekenhuis.
-
Nationale Praktijkrichtlijn voor de aanpak van gelokaliseerde prostaatkanker: deel 1
KCE Reports 194A (2013) Een kanker ontdekken en niet onmiddellijk behandelen, het lijkt onverantwoord. Toch kan bij een kleine, lokale prostaatkanker overwogen worden om eerst aan actieve opvolging te doen (‘Active Surveillance’). Dit soort kankers evolueert immers meestal zeer traag en de klassieke behandeling zorgt regelmatig voor ernstige nevenwerkingen, zoals incontinentie en impotentie. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelde, samen met het College voor Oncologie, een richtlijn op, ter ondersteuning van de zorgverleners.
-
Ondersteunende therapie bij kanker - Deel 2: Preventie en behandeling van nevenwerkingen van chemotherapie en radiotherapie
KCE Reports 191A (2012) In zijn tweede rapport over ondersteunende zorg voor kankerpatiënten onderzocht het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) hoe bijwerkingen van kankerbehandeling kunnen worden voorkomen en behandeld. Heel wat courante praktijken worden niet ondersteund door sterke wetenschappelijke ‘evidence’, en in het algemeen bestaan er weinige, betrouwbare studies. Dit komt omdat er meer geïnvesteerd wordt in het vinden van nieuwe kankerbehandelingen, dan in het voorkomen of behandelen van de nevenwerkingen.