Alle KCE-rapporten
De KCE-rapporten zijn beschikbaar in verschillende formaten en talen. Presentatie en taal van de rapporten
- (-) Remove 2013 filter 2013 (10)
- (-) Remove Klinische praktijkrichtlijnen filter Klinische praktijkrichtlijnen (10)
- Methodologie en databanken (1) Methodologie en databanken-filter toepassen
- Bewegingsstelsel (gewrichten, spieren en beenderstelsel) (1) Bewegingsstelsel (gewrichten, spieren en beenderstelsel)-filter toepassen
- Geneesmiddelen (1) Geneesmiddelen-filter toepassen
- Geriatrie, chronische ziekten (2) Geriatrie, chronische ziekten-filter toepassen
- Gynecologie, zwangerschap en bevalling (1) Gynecologie, zwangerschap en bevalling-filter toepassen
- Hart- en vaatziekten (1) Hart- en vaatziekten-filter toepassen
- Hersenen en neurologische aandoeningen (1) Hersenen en neurologische aandoeningen-filter toepassen
- Huid- en bindweefselziekten (2) Huid- en bindweefselziekten-filter toepassen
- Kanker (6) Kanker-filter toepassen
- Pneumologie (1) Pneumologie-filter toepassen
- Spijsverteringsstelsel (1) Spijsverteringsstelsel-filter toepassen
- Urologie en nierziekten (2) Urologie en nierziekten-filter toepassen
-
Algemeen kader voor een multidisciplinair kwaliteitshandboek voor cardiale netwerken
KCE Reports 213A (2013)
-
Borstkanker bij vrouwen: diagnose, behandeling en follow-up
KCE Reports 143A (2013) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft, samen met het College voor Oncologie, zijn richtlijn voor de behandeling van borstkanker aan de laatste wetenschappelijke bevindingen aangepast. Bij minimale uitzaaiingen biedt een okselklieruitruiming meestal meer na- dan voordelen.
-
Een nationale richtlijn voor de behandeling van decubitus
KCE Reports 203A (2013) In België krijgt meer dan 1 op 10 ziekenhuispatiënten te maken met doorligwonden of decubitus. Er zijn bij ons geen cijfers voor andere zorgomgevingen bekend, maar volgens Europese cijfers heeft ook 6% tot ruim 30 % van de bewoners in woonzorgcentra ermee te kampen.Na een richtlijn over preventie van decubitus (rapport 193 - jan 2013), ontwikkelde het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) nu een richtlijn voor de behandeling van deze wonden.
-
Een nationale richtlijn voor decubituspreventie
KCE Reports 193A (2013) In België krijgt 12% van de ziekenhuispatiënten te maken met doorligwonden of decubitus. Cijfers voor andere zorgomgevingen zijn niet bekend. De FOD Volksgezondheid nam al vele initiatieven ter preventie en vroeg nu ook het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) een richtlijn op te stellen om de zorgverleners een wetenschappelijke ondersteuning te geven bij hun dagelijkse praktijk. Het is geen checklist van interventies geworden, van toepassing op alle risicopatiënten. Dat zou de zorgverleners een vals gevoel van veiligheid geven.
-
Enkelverstuiking : Diagnose en behandeling
KCE Reports 197A (2013) Bij een enkelverstuiking wordt in de praktijk vaak een röntgenfoto genomen, om eventuele breuken te detecteren. Nochtans kan door een lichamelijk onderzoek op basis van de ‘Ottawa Ankle Rules’ vaak al een breuk uitgesloten worden. Een röntgenfoto is alleen aangewezen als bij lichamelijk onderzoek een breuk wordt vermoed. Voor de ‘klassieke’ combinatie van rust, ijs, druk en omhoog leggen van de voet konden geen goede studies gevonden worden die het nut ervan bewezen.
-
Het beslissingsproces bij de keuze voor actieve opvolging van een gelokaliseerde prostaatkanker
KCE Reports 210A (2013) Bij een lokale prostaatkanker kan er overwogen worden om eerst aan actieve opvolging te doen (‘Active Surveillance’ of AS).De tumor wordt dan regelmatig opgevolgd, en zodra hij evolueert wordt er een klassieke behandeling opgestart. De beslissing om een kanker niet onmiddellijk weg te halen is niet vanzelfsprekend. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ging na op welke manier artsen en patiënten kijken naar AS, welke factoren de patiënt beïnvloeden bij het aanvaarden van deze vorm van behandeling en wat artsen bereid maakt om ze aan te bieden.
-
Kleincellige en Niet-Kleincellige Longkanker: Diagnose, Behandeling en Opvolging
KCE Reports 206A (2013) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en het College voor Oncologie ontwikkelden samen praktijkrichtlijnen voor de diagnose, behandeling en opvolging van de twee meest voorkomende types van longkanker: het kleincellige en het niet-kleincellige longcarcinoom. De diagnose en behandeling van longkanker vraagt een multidisciplinaire aanpak, en de specifieke longkankerchirurgie gebeurt best in centra met voldoende ervaring.
-
Kwaliteitsindicatoren voor de aanpak van slokdarm- en maagkanker
KCE Reports 200A (2013) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) peilde samen met de Stichting Kankerregister naar de kwaliteit van de zorg bij slokdarm- en maagkanker. Het blijven moeilijk te behandelen kankers, met een kans om 5 jaar na de diagnose nog in leven te zijn van 21% voor slokdarmkanker en 30% voor maagkanker. Met deze cijfers doet België het wel beter dan de meeste Europese landen. De overlevingskansen liggen duidelijk hoger als de patiënt behandeld wordt in een ‘ervaren’ of hoog-volume ziekenhuis.
-
Nationale Praktijkrichtlijn voor de aanpak van gelokaliseerde prostaatkanker: deel 1
KCE Reports 194A (2013) Een kanker ontdekken en niet onmiddellijk behandelen, het lijkt onverantwoord. Toch kan bij een kleine, lokale prostaatkanker overwogen worden om eerst aan actieve opvolging te doen (‘Active Surveillance’). Dit soort kankers evolueert immers meestal zeer traag en de klassieke behandeling zorgt regelmatig voor ernstige nevenwerkingen, zoals incontinentie en impotentie. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelde, samen met het College voor Oncologie, een richtlijn op, ter ondersteuning van de zorgverleners.
-
Ondersteunende therapie bij kanker - Deel 3: Behandeling van pijn: meest voorkomende praktijken
KCE Reports 211A (2013) Meer dan de helft van de kankerpatiënten lijdt pijn, maar deze wordt vaak onvoldoende behandeld. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht 9 soorten pijnbehandeling, gaande van paracetamol, via opiumderivaten, tot nog zwaardere behandelingen zoals bestraling. Het pleit voor een trapsgewijze benadering met regelmatige opvolging, waarbij de patiënt volledig geïnformeerd en actief betrokken wordt.