Alle KCE-rapporten
De KCE-rapporten zijn beschikbaar in verschillende formaten en talen. Presentatie en taal van de rapporten
- 2005 (4) 2005-filter toepassen
- 2007 (3) 2007-filter toepassen
- 2008 (2) 2008-filter toepassen
- 2009 (1) 2009-filter toepassen
- 2010 (5) 2010-filter toepassen
- 2011 (2) 2011-filter toepassen
- 2012 (2) 2012-filter toepassen
- 2013 (2) 2013-filter toepassen
- 2014 (1) 2014-filter toepassen
- 2015 (2) 2015-filter toepassen
- 2016 (1) 2016-filter toepassen
- 2017 (2) 2017-filter toepassen
- 2019 (2) 2019-filter toepassen
- Biologische en genetische diagnostische testen (1) Biologische en genetische diagnostische testen-filter toepassen
- Geneesmiddelen (2) Geneesmiddelen-filter toepassen
- (-) Remove Hart- en vaatziekten filter Hart- en vaatziekten (29)
- Hematologie en transfusie (2) Hematologie en transfusie-filter toepassen
- Medische beeldvorming (1) Medische beeldvorming-filter toepassen
- Organisatie van de zorg (4) Organisatie van de zorg-filter toepassen
- Preventie, screening en vaccinatie (3) Preventie, screening en vaccinatie-filter toepassen
-
Endovasculaire behandeling van Carotisstenose.
KCE Reports 13A (2005) In zowat alle landen staan budgetten voor gezondheidszorg onder zware druk. De hoofdreden is de toevloed van dure technologie. Daarom stelden vele landen onderzoeksbureaus in om de objectieve waarde van deze technologieën te bepalen. In één van haar jongste rapporten beschrijft het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) de waarde van het plaatsen van een stent in de halsslagader.
-
Variaties in de ziekenhuispraktijk bij acuut myocardinfarct in België.
KCE Reports 14A (2005) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg vergeleek de kosten en het resultaat van de behandeling van een hartinfarct in alle Belgische ziekenhuizen. Er waren geen aantoonbare verschillen in de sterfte maar daarentegen wel grote verschillen in gemaakte kosten. Deze zijn voornamelijk toe te schrijven aan de organisatie van de ziekenhuiszorg in ons land. Een verbeterde zorgorganisatie kan daarom veel overbodige kosten besparen.
-
De electieve endovasculaire behandeling van het abdominale aorta aneurysma (AAA)
KCE Reports 23A (2005) Dure, nieuwe technologie is erg aantrekkelijk. Door de harde competitie tussen industrieën en door de toenemende kosten van ontwikkeling wordt dergelijke nieuwe technologie vaak te snel op de markt gegooid. Een uitstekend voorbeeld hoe het niet moet, is invoering van de endovasculaire behandeling van een verwijding van de buikslagader in België. Na invoering werd er ongecontroleerd geëxperimenteerd met deze dure en veeleisende technologie bij veel patiënten in te veel ziekenhuizen.
-
Het gebruik van natriuretische peptides in de diagnostische aanpak van patiënten met vermoeden van hartfalen
KCE Reports 24A (2005) Bloedonderzoek wordt al te vaak aangezien als het wondermiddel waarmee een arts ieder gezondheidsprobleem van een patiënt kan ontdekken. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft een rapport gepubliceerd over een nieuwe bloedtest: NP (natriuretisch peptide). Deze laat artsen toe om bij patiënten met kortademigheid uit te sluiten of deze het gevolg is van een probleem van het hart. Voor wijdverspreid gebruik bij mensen zonder klachten (‘screening’) is de test niet geschikt.
-
Rapid Assessment: Cardiovasculaire Primaire Preventie in de Belgische Huisartspraktijk
KCE Reports 52A (2007) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) zet in samenwerking met Domus Medica de wetenschappelijke stand van zaken voor primaire preventie van hart- en vaatziekten in België op een rij. Primaire preventie is het voorkomen van aandoeningen bij in principe gezonde personen. Het risico voor hart- en vaatziekten hangt samen met een reeks factoren. Het risico moet daarom globaal bekeken worden en niet per risicofactor apart. Rookstop is de meest kosteneffectieve maatregel en is zelfs kostenbesparend.
-
De Implanteerbare Defibrillator: een Health Technology Assessment
KCE Reports 58A (2007) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) deed in samenwerking met het RIZIV en het Intermutualistisch Agentschap (IMA) een onderzoek naar de meerwaarde, de kosteneffectiviteit en de te verwachten budgetimpact van een verdere uitbreiding van de indicaties voor de inwendige hartdefibrillator. Het toestel wordt vaak ingeplant bij mensen die het achteraf niet nodig blijken te hebben. Het KCE berekende dat deze hartdefibrillator op langere termijn meer dan 150 miljoen euro per jaar zal kosten, bijna 1 % van het totale budget van de ziekteverzekering.
-
Drug Eluting Stents in België: Health Technology Assessment
KCE Reports 66A (2007) Voor de behandeling van vernauwingen van de kransslagaders zijn er sinds enkele jaren buiten de klassieke metalen stents ook speciale stents beschikbaar die een geneesmiddel bevatten. Het geneesmiddel zou moeten verhinderen dat er terug een vernauwing optreedt. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en de Universiteit Antwerpen bekeken de werkzaamheid en de kosteneffectiviteit van deze nieuwe stents. Het blijkt dat ze het risico op overlijden of op een hartinfarct niet verlagen.
-
64-Slice computertomografie van de kransslagaders bij patiënten met vermoeden van coronaire hartziekte
KCE Reports 82A (2008) Om een kransslagadervernauwing vast te stellen gebruikt men in de Belgische ziekenhuizen steeds meer de multislice CT-scanners (MSCT). Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) vergeleek ze met de klassieke onderzoekstechnieken van het hart. Het is niet aangetoond dat MSCT bijdraagt tot het voorkomen van hartaanvallen of het redden van levens. MSCT is vooral geschikt om normale kransslagaders in beeld te brengen, dus om mensen gerust te stellen. Voor het overige is het niet duidelijk dat de techniek nauwkeurig genoeg is om de andere testen te vervangen.
-
Percutane hartklep implantatie bij congenitale en degeneratieve klepletsels: een rapid Health Technology Assessment
KCE Reports 95A (2008) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek de werkzaamheid en veiligheid van de niet invasieve implantatie van hartkleppen. Het vergeleek ze met de klassieke behandeling door chirurgische hartklepvervanging. Er bestaat nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor het nut van deze methode. Bovendien wordt vermoed dat op dit ogenblik de implantatie van de percutane aortaklep minder veilig is dan de klassieke chirurgische hartklepvervanging.
-
Gebruik van point-of care systemen bij patiënten met orale anticoagulatie: een Health Technology Assesment
KCE Reports 117A (2009) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht het nut van een draagbaar apparaat om de stollingswaarde van het bloed te meten. Bij de patiënten die zelf het apparaat gebruiken wordt een vermindering van het aantal bloedvatincidenten vastgesteld. Bij degenen die daarbij ook hun medicatiedosis kunnen aanpassen daalt ook het sterftecijfer. Bij dit gebruik van de meter verminderen de kosten voor patiënt (als het RIZIV terugbetaalt) en gemeenschap, maar het aantal patiënten dat het apparaat zelf kan gebruiken is waarschijnlijk beperkt.
-
Bewaking op afstand van patiënten met geïmplanteerde defibrillatoren. Evaluatie van de technologie en breder regelgevend kader
KCE Reports 136A (2010) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) wierp een kritische blik op een nieuwe techniek: de medische zorgverlening op afstand. Als voorbeeld nam het de bewaking op afstand van patiënten met een ingeplante hartdefibrillator. De meerwaarde en de veiligheid zijn vandaag nog niet echt aangetoond, waardoor het KCE terugbetaling nog niet aanbeveelt. Dit kan mogelijk herzien worden als de momenteel lopende studies overtuigender bewijs leveren.
-
Pacemakertherapie voor bradycardie in België
KCE Reports 137A (2010) Na Duitsland heeft België het hoogste aantal pacemaker implantaties in West-Europa: 11 per 10.000 inwoners. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) kon voor de grote verschillen met de andere West-Europese landen geen demografische of medische verklaring geven. Voor veel van de indicaties en symptomen waarvoor pacemakers vandaag worden aanbevolen, is het nut niet aangetoond door goede wetenschappelijke studies. Daarnaast ontbreken in België de gegevens om het gebruik van pacemakers kritisch te beoordelen.
-
Cardiale revalidatie: klinische doeltreffendheid en gebruik in België
KCE Reports 140A (2010) Hartrevalidatie met lichamelijke oefeningen heeft een gunstig effect op de levenskwaliteit van hartpatiënten en vermindert het aantal hospitalisaties en overlijdens. Dit is een belangrijke conclusie van een studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en Deloitte®. Toch volgt minder dan een op 2 hartpatiënten revalidatie na hospitalisatie. Vooral ouderen en vrouwen dreigen uit de boot te vallen.
-
Statines in België: evolutie in het gebruik en invloed van het terugbetalingsbeleid
KCE Reports 141A (2010) Statines worden vandaag genomen door 1 op 5 volwassen Belgen van 35 jaar en ouder, en ze kosten de ziekteverzekering jaarlijks meer dan 215 miljoen €. Dit is 7% van het budget voor geneesmiddelen buiten het ziekenhuis. Dit stelde het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) vast in zijn meest recente rapport. De stijging van het gebruik vindt men vooral bij mensen met een te hoog cholesterolgehalte die hun risico op een hart-of vaatincident (bvb een hartinfarct)willen verlagen, eerder dan bij mensen die reeds een dergelijk incident gehad hebben.
-
Cardiale Resynchronisatie Therapie. Een Health Technology Assessment
KCE Reports 145A (2010) Voor patiënten met hartfalen bestaat er sinds een tiental jaren cardiale resynchronisatie therapie (CRT), een speciale behandeling met een soort pacemaker die de pompfunctie van het hart bevordert. Jaarlijks wordt er in ons land bij ongeveer 530 mensen voor het eerst een CRT-apparaat ingeplant. Dit aantal zal in de toekomst toenemen.
-
Transcatheter aortakunstklep implantatie (TAVI): een Health Technology Assessment actualisatie
KCE Reports 163A (2011) De percutane aortaklep is een kunstklep die ingebracht kan worden via een slagader in de lies. Ze is bedoeld voor mensen voor wie een klassieke operatie te riskant of onmogelijk is. In 2008 adviseerde het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) om deze ingreep niet terug te betalen. Er waren twijfels over de veiligheid: de toen beschikbare gegevens suggereerden na de ingreep een hogere sterfte dan na een openhartoperatie. Bovendien is de ingreep bijna tweemaal zo duur.
-
Diagnose en behandeling van spataders in de benen
KCE Reports 164A (2011) Spataders in de benen kunnen worden verwijderd door een klassieke operatie, de zogenaamde ‘stripping’. Er bestaan vandaag ook nieuwere, mindere invasieve methoden. De ader wordt daarbij via een katheter met laser of radiofrequentie van binnenuit dichtgeschroeid, of verschrompelt na de inspuiting van een vloeistof of schuim (sclerotherapie). Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek de doeltreffendheid en de veiligheid van deze technieken.
-
Stroke units: Doeltreffendheid en kwaliteitsindicatoren
KCE Reports 181A (2012) Sinds enkele jaren bestaan er in een aantal Belgische ziekenhuizen ‘stroke units’. Het zijn gespecialiseerde eenheden voor patiënten die werden getroffen door een beroerte. Deze units zijn wel doeltreffend, maar er bestaat geen officiële erkenning en er zijn geen kwaliteitscriteria waaraan moet worden voldaan. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek samen met Deloitte en UZ Leuven hoe deze zorg nog beter kan worden georganiseerd.
-
Katheter-ablatie van voorkamerfibrillatie
KCE Reports 184A (2012) Voorkamerfibrillatie (VKF) is een hartritmestoornis die soms hinderlijke hartkloppingen en vermoeidheid veroorzaakt. Geneesmiddelen kunnen deze klachten onder controle houden, maar werken niet bij alle patiënten. Katheter-ablatie zou voor hen een oplossing kunnen bieden. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek deze ingreep van naderbij. Het aantal katheter-ablaties voor VKF is de laatste jaren verdubbeld in België. Het is nochtans een complexe ingreep die niet risicoloos is, en de helft van de patiënten blijkt na 2 jaar te hervallen.
-
Nieuwe biochemische merkers van het risico op een eerste cardiovasculair incident
KCE Reports 201A (2013) Biomerkers zijn stoffen in het lichaam die kunnen wijzen op een bepaalde aandoening, zoals glucose bij diabetes. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht of het meten van sommige ‘klassieke’ en nieuwe biomerkers kan helpen bij het voorspellen van hart- en vaatziekten, maar vond hiervoor onvoldoende bewijs. Beter is om het klassieke risicomodel, dat gebaseerd is op risicofactoren zoals leeftijd, geslacht, roken, bloeddruk en cholesterolgehalte in het bloed verder te ontwikkelen.