Alle KCE-rapporten
De KCE-rapporten zijn beschikbaar in verschillende formaten en talen. Presentatie en taal van de rapporten
- (-) Remove Evaluatie van medische technologieën filter Evaluatie van medische technologieën (12)
- Biologische en genetische diagnostische testen (2) Biologische en genetische diagnostische testen-filter toepassen
- Endocrinologie, diabetes en leverziekten (1) Endocrinologie, diabetes en leverziekten-filter toepassen
- Geneesmiddelen (1) Geneesmiddelen-filter toepassen
- Gynecologie, zwangerschap en bevalling (2) Gynecologie, zwangerschap en bevalling-filter toepassen
- Hart- en vaatziekten (2) Hart- en vaatziekten-filter toepassen
- Kanker (3) Kanker-filter toepassen
- Medische beeldvorming (1) Medische beeldvorming-filter toepassen
- Oogziekten (1) Oogziekten-filter toepassen
- Organisatie van de zorg (1) Organisatie van de zorg-filter toepassen
- Pediatrie (2) Pediatrie-filter toepassen
- Preventie, screening en vaccinatie (4) Preventie, screening en vaccinatie-filter toepassen
- Spijsverteringsstelsel (2) Spijsverteringsstelsel-filter toepassen
- Urologie en nierziekten (1) Urologie en nierziekten-filter toepassen
-
Prostate-specific-antigen (PSA) voor prostaatkankerscreening
KCE Reports 31A (2006) Het gebruik van de PSA-test voor prostaatkankerscreening zorgt al lang voor controverse. Het health technology assessment van het KCE is nochtans duidelijk: zolang er geen bewijzen zijn dat de PSA-test meer goed (minder doden) dan kwaad (nevenwerkingen van overbehandeling zoals impotentie en incontinentie) doet, kan bevolkingsonderzoek met deze test niet verdedigd worden.
-
Farmacologische en chirurgische behandeling van obesitas. Residentiële zorg voor ernstig obese kinderen in België.
KCE Reports 36A (2006) Operaties om ernstig obese mensen gewicht te helpen verliezen (bariatrische chirurgie) zouden moeten worden terugbetaald, onder strikte voorwaarden. Geneesmiddelen om te vermageren hebben bij obesitas hun nut niet bewezen. Hun terugbetaling is daarom niet opportuun. De residentiële begeleiding van zwaarlijvige kinderen kost de ziekteverzekering jaarlijks 58.000 euro per kind. De doeltreffendheid op lange termijn van zulke behandeling moet daarom worden bekeken.
-
Baarmoederhalskankerscreening en testen op Human Papillomavirus (HPV)
KCE Reports 38A (2006) Het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) heeft samen met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) het nut onderzocht van preventieve baarmoederhalskankerscreening met een uitstrijkje en pleit ervoor om te starten met een georganiseerde screening indien beleidsmakers de kankersterfte verder terug willen dringen. Er zijn geen bewijzen dat de nieuwe test voor Humaan Papilloma Virus (HPV) meer goed dan slecht doet bij gebruik voor primaire screening. 2nd print (1st print, September 2006)
-
Een procedure voor de beoordeling van nieuwe medische hulpmiddelen
KCE Reports 44A (2006) Wanneer nieuwe medische technologieën op de markt komen is het niet altijd onmiddellijk duidelijk of ze een meerwaarde betekenen voor de patiënt en of het de moeite waard is dat de ziekteverzekering ze terug betaalt. Toch kan hun snelle verspreiding en terugbetaling van cruciaal belang zijn voor vele mensen. Specifiek voor veelbelovende implantaten hebben het KCE en het RIZIV nu een nieuwe procedure ontwikkeld die de investering door de ziekteverzekering combineert met een wetenschappelijke evaluatie van veiligheid, werkzaamheid en kosteneffectiviteit.
-
Health Technology Assessment. Colorectale Kankerscreening: wetenschappelijke stand van zaken en budgetimpact voor België.
KCE Reports 45A (2006) Het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) heeft onderzocht of het nuttig zou zijn een algemene screening voor colorectale kanker in te voeren voor mannen en vrouwen vanaf de leeftijd van 50 jaar. Voor een screeningprogramma waarbij bloed in de stoelgang wordt opgespoord zijn er voldoende bewijzen dat dit de sterfte door colorectale kanker met ongeveer 15% kan verminderen. Omdat het ondermeer nog onduidelijk is in welke mate de Belgen bereid zijn aan een dergelijk programma deel te nemen wordt voorgesteld proefprojecten uit te voeren.
-
Hadrontherapie
KCE Reports 67A (2007) Het aantal kankerpatiënten dat geholpen zou kunnen worden met hadrontherapie is te klein om de bouw van een centrum in België te verantwoorden. Dat concludeert het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in een recente studie. Het ziet meer heil in akkoorden met buitenlandse centra voor de behandeling van Belgische patiënten.
-
Videoregistratie van endoscopische chirurgische interventies: rapid assessment
KCE Reports 101A (2008) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht in samenwerking met het consultancybureau HICT het nut van beeldopnames tijdens endoscopische, chirurgische ingrepen. Het KCE stelt vast dat videoregistratie geen duidelijke meerwaarde heeft voor de verbetering van de zorgkwaliteit, noch voor de opleiding van artsen. De beelden kunnen later gebruikt worden als bewijsmiddel in rechtszaken, op voorwaarde dat voor de opnames de toestemming van de betrokkenen werd gevraagd en dat hun persoonlijke levenssfeer werd gerespecteerd.
-
Is Neonatale Screening op Mucoviscidose aangewezen in België?
KCE Reports 132A (2010) In opdracht van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht een team van kinderartsen, experts in neonatale screening, medisch recht en ethiek de voor- en nadelen van het systematisch testen van alle pasgeborenen op mucoviscidose. Het KCE beveelt deze screening enkel aan indien aan welbepaalde voorwaarden wordt voldaan: de toestemming van de vooraf geïnformeerde ouders, de kwaliteitsbewaking van de screeningtesten, het selectief uitvoeren van genetische testen en garanties op kwaliteitsvolle opvolging achteraf.
-
Bewaking op afstand van patiënten met geïmplanteerde defibrillatoren. Evaluatie van de technologie en breder regelgevend kader
KCE Reports 136A (2010) Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) wierp een kritische blik op een nieuwe techniek: de medische zorgverlening op afstand. Als voorbeeld nam het de bewaking op afstand van patiënten met een ingeplante hartdefibrillator. De meerwaarde en de veiligheid zijn vandaag nog niet echt aangetoond, waardoor het KCE terugbetaling nog niet aanbeveelt. Dit kan mogelijk herzien worden als de momenteel lopende studies overtuigender bewijs leveren.
-
Correctie van refractieve oogafwijkingen bij volwassenen – Deel 3: organisatie en wettelijk kader van de extramurale chirurgische centra
KCE Reports 225A (2014) Oogoperaties en esthetische ingrepen gebeuren regelmatig in ‘privé chirurgische centra‘ (of extramurale centra), dus buiten de muren van een ziekenhuis. Deze centra moeten niet voldoen aan dezelfde strikte kwaliteits- en veiligheidsvereisten die worden opgelegd aan de reguliere ziekenhuizen. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg ( KCE) pleit voor een verplichte uitbatingsvergunning met regelmatige kwaliteitscontroles. Meer lezen...
-
Moeten jonge sporters een hartscreening ondergaan ?
KCE Reports 241A (2015) Kan plotse dood door hartstilstand bij jonge sporters (14-34 jaar) worden voorkomen door preventief bij iedereen een hartonderzoek uit te voeren? Een nieuwe studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) zette het beschikbare wetenschappelijk bewijsmateriaal op een rijtje. Het slechte nieuws is dat er vandaag geen betrouwbare wetenschappelijke gegevens bestaan die aantonen dat door hartscreening bij asymptomatische jonge sporters het risico op vroegtijdige overlijdens kan worden voorkomen.
-
Verantwoord gebruik van hoog-risico medische hulpmiddelen: het voorbeeld van 3D geprinte medische hulpmiddelen
KCE Reports 297A (2018) In de medische sector kent 3D printen de laatste jaren een toenemende belangstelling en groei. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelde echter vast dat er geen overtuigend bewijs is dat 3D geprinte implantaten (bv. heup- of knieprothesen) minstens even veilig en doeltreffend zijn als de ‘klassieke’ producten. Sommige implantaten, die te duur worden bevonden, of waarvan de fabrikant de werkzaamheid nog niet heeft aangetoond, worden niet terugbetaald door de ziekteverzekering (RIZIV).